Met tranen in mijn ogen kijk ik om,
Naar het huis dat zoveel heeft betekend.
Elke hoek, elke kamer, elke boom,
Een thuis waar mijn hart steeds is gewekt.
Grootouders leefden hier, hun stemmen zacht,
Hun verhalen fluisteren door elke muur.
Hun liefde blijft, zelfs in de nacht,
Hun leven voelt nog steeds als puur.
Het afscheid valt me zwaar, doet pijn,
Een streep door het verleden, zo vertrouwd.
Toch weet ik dat het nodig is, fijn,
Een nieuwe toekomst die me nu aanschouwt.
Ik zet mijn voet op onbekend pad, Een nieuw huis wacht met open armen.
Hoewel mijn hart nog aan het oude vat, Zal het nieuwe thuis mij ook verwarmen.
Herinneringen draag ik met me mee, Ze wonen in mijn hart, dichtbij.
In het nieuwe huis, in elke zee, Zal ik weer nieuwe vreugde vinden, vrij.